-
13 november
- Duurzaam
-
Uitgelicht
‘Duurzaam gebouwenbeheer begint met inzicht’
Waarom is duurzaamheid volgens jullie een belangrijk thema voor Fontys?
Thomas: ‘Als een installatie niet doet waarvoor hij bedoeld is, merk ik dat meteen op. Onnodig stoken of koelen is verspilling van energie, daar wil ik iets aan doen. Ik heb altijd de drive gehad om daar een oplossing voor te vinden.’
Maarten: ‘Voor mij is duurzaamheid een logische keuze. Ook bij eerdere werkgevers keek ik bij vervanging of het duurzamer kon. De afgelopen tien jaar is het thema alleen maar groter geworden, maar mijn werkwijze was altijd al zo: als iets beter kan qua energie of comfort, dan ga je daarvoor. Het verschil is dat er nu meer aandacht en meer financiële ruimte voor is.’
Stephan: ‘Duurzaamheid zit er bij mij van jongs af aan in. Thuis werd niets weggegooid, alles werd hergebruikt. Later, bij Fontys, ben ik direct in de duurzaamheidswerkgroep gestapt. Voor mij gaat duurzaamheid over de hele keten: van slimme vervangingen tot gedrag.’
Welke rol kunnen jullie met het team beheer en onderhoud spelen op duurzaamheidsvlak?
Maarten: ‘Wij volgen de keuze uit het Strategisch Huisvestingsplan (SHP). Als een pand in de toekomst gesloopt, verkocht of gerenoveerd wordt dan passen we het onderhoudsniveau daarop aan en soms zelfs terug naar wat alleen wettelijk verplicht is. Duurzaamheid is dan soms: niet meer te veel doen. Bij natuurlijke vervangingsmomenten, bijvoorbeeld bij vervanging van ketels, sturen we richting duurzame oplossingen. Dat onderbouwen we met een businesscase. Daar ligt onze rol: zorgen voor een goed onderbouwd verhaal, gebaseerd op data, zodat er goed onderbouwde en weloverwogen keuzes gemaakt worden.’
Stephan: ‘Met slimme vervangingen, bijvoorbeeld warmteterugwinning of led, maak je veel winst.’
Op welke duurzaamheidsstappen zijn jullie trots?
Thomas: ‘Tussen 2018 en 2024 is het aardgasverbruik binnen Fontys ongeveer gehalveerd. Daarnaast hebben we goede resultaten geboekt met ledverlichting en vraaggestuurd ventileren.’
Stephan: ‘Alleen al het vervangen van ventilatoren in gebouw ER bespaart naar schatting 1 ton per jaar, die investering is binnen vijf jaar terugverdiend. De sterk gestegen energieprijzen tijdens corona en de oorlog in Oekraïne hebben er ook aan bijgedragen dat we sneller konden doorpakken. Businesscases die eerder moeilijk rond te rekenen waren, kwamen ineens wél uit. Want de terugverdientijd werd door de hoge energieprijzen korter. Bovendien zijn collega’s en studenten zich bewuster geworden van hun energieverbruik in deze periode.’
Kunnen jullie meer vertellen over de rol die data kan spelen bij verduurzamingsslagen?
Thomas: ‘Verduurzamen begint met inzicht. We verzamelen gebruikersdata in één platform. Zo wordt inzichtelijk wanneer we veel energie opwekken en zien we bijvoorbeeld hoe hoog het gebruik is, ook als een gebouw niet of maar gedeeltelijk wordt gebruikt. We zoomen maandelijks in op een paar panden en vergelijken de data met voorgaande jaren. Meten en analyseren zijn voor ons de basis, daar kun je op sturen.’
Maarten: ‘Met data kun je sowieso structureel beter sturen. We hebben een softwarepakket aangeschaft waarmee we van een klassiek meerjarenonderhoudsplan naar een duurzaam plan gaan. Externe inspecties leveren data en adviezen over verduurzamingsmogelijkheden, van buitenschil tot installaties. De kunst is nu om alle gegevens uit die verschillende bronnen te koppelen en een groot deel van de planvorming te automatiseren. Daarmee maken we een professionaliseringsslag. En natuurlijk blijft er altijd een controleslag door onszelf nodig voor de nodige aansluiting op het SHP.’
Waar valt nog wat te winnen?
Thomas: ‘Ook wij hebben te maken met netcongestie. Als je van het gas af wil, moet het net dat wel aankunnen. Dat vraagt om slimme fasering en soms om extra infrastructuur.’
Hoe betrekken jullie collega’s en studenten hierbij?
Thomas: ‘Studententeams werken met onze data aan casussen. Dat levert frisse ideeën én meer betrokkenheid op.’
Hoe zien jullie de toekomst?
Maarten: ‘Verder centraliseren op campussen geeft regie en schaalvoordelen. Ik verwacht dat we nóg vaker onderwijs op een campus geven, dat centraliseren zorgt ervoor dat je grotere stappen kunt zetten. Ik denk dat we over twee jaar opnieuw de balans kunnen opmaken, dan zijn er weer nieuwe knoppen om aan te draaien.’