Strategievorming bij Fontys. Meedenken en -praten? Meld je aan!

Tijdens de nieuwjaarsontmoeting van 2025 kondigde Joep Houterman aan dat Fontys voortbouwt op een gedegen fundament, de huidige organisatiestrategie. Zo blijven de eerder uitgesproken ambities voor een talentgericht, onderzoekend en wendbaar Fontys onverminderd overeind.

Strategievorming, waarom nu?
Johan Struik en Sander Peters, respectievelijk bestuursadviseur en communicatieadviseur bij het cvb, leiden het strategievormingsproces in goede banen. Op de vraag waarom we dit proces nu doorlopen, legt Sander uit dat de huidige strategie al in 2020 is ontwikkeld. ‘Hoewel deze strategie ons de afgelopen jaren goed heeft gediend, is de wereld sindsdien ingrijpend veranderd.’ Bovendien staan we voor verschillende uitdagingen, vult Johan aan ‘zoals een afnemende studenteninstroom en politieke onzekerheid. Daarnaast zien we een enorme versnelling in de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie en andere belangrijke veranderingen. Om die redenen is het essentieel om onze strategische pijlers - talentgericht, onderzoekend en wendbaar - verder te concretiseren. Deze hernieuwde focus zal duidelijk terugkomen in onze nieuwe strategie.’

Doorontwikkeling
Een aantal Fontysbrede transities is nog niet afgerond. Dat betekent dat de doorontwikkeling van bijvoorbeeld de implementatie van talentgericht onderwijs in alle instituten ook een belangrijke plek krijgt in de nieuwe strategie. ‘Daarnaast werken we verder aan de uitbreiding van ons opleidingsportfolio met masters, ad’s en professional doctorates en krijgt ook het ontwerpen van een krachtig en gevarieerd LLO-aanbod in samenwerking met het werkveld opnieuw aandacht’, aldus Johan. ‘Dit stelt ons beter in staat om zowel studenten als professionals continu te ondersteunen in hun ontwikkeling.’ Er volgen meer doorontwikkelpunten: onze hybride leer- en onderzoeksomgevingen bijvoorbeeld en ook de versterking van Fontys’ onderzoeksportfolio is een belangrijk thema. ‘En last but not least, richten we ons op de ontwikkeling van onze organisatie, waarin we veel meer gezamenlijk ondernemen en samenwerken.’

Verloop van het strategievormingsproces
‘Het strategievormingsproces is in februari 2024 al begonnen’, vertelt Sander. ‘Toen hebben we een diner pensant georganiseerd voor onze bestuurlijke relaties, over de vraag: Waar staan we in 2030?’ In de voorbije maanden is er intern al een en ander op poten gezet: twee toekomstverkenningssessies waarin scenario’s zijn ontwikkeld en besproken, de zeven regiegroepen binnen Fontys hebben op hun eigen beleidsthema beschreven wat Fontys de komende jaren te doen heeft, en ‘we hebben op vier ‘nieuwe’ thema’s – bijvoorbeeld AI of de verduidelijking van onze identiteit - groepjes experts gevraagd een prikkelende beschouwing te schrijven (een zogenoemd ‘schuurpapier’).’ Al deze informatie vormt input voor de dialoogsessies met de organisatie de komende maand: drie live sessies en twee online. Johan vervolgt: ‘Hiermee hopen we de koers, de plannen en ambities verder te kunnen verrijken. Tot slot organiseren we ook nog twee bijeenkomsten met werkveldpartners en met vertegenwoordigers van het toeleverend onderwijs (vo/mbo). De blik van buiten is uiteraard van groot belang voor Fontys.’

Dialoogsessies
Na de dialoogsessies gaan ze aan de slag met de contouren van het nieuwe plan. Sander verwacht dat ‘we er begin juli wel iets meer over kunnen zeggen.’ Na de zomer zijn er nog een aantal stappen te zetten om uiteindelijk in januari 2026 de nieuwe strategie te presenteren.

Koers van Fontys
De strategie is niet iets van het college van bestuur alleen. Het is de koers die Fontys kiest voor de komende vijf jaar, en die raakt zonder uitzondering de dagelijkse praktijk van iedere medewerker en iedere student. Johan en Sander vinden het dus van groot belang dat de Fontys-gemeenschap meedenkt en meepraat: ‘We hebben immers ontzettend veel slimme, talentvolle mensen binnen Fontys met veel kennis van zaken. En: voor het succesvol realiseren van onze ambities is het ook een absolute vereiste dat mensen zich herkennen in het uiteindelijke resultaat.’